Meertaligheid

 

Wat betekent meertaligheid nou precies?
De definitie van meertaligheid is de vaardigheid om meerdere talen vloeiend te kunnen spreken.

 

Meer dan 2,5 miljoen mensen in Nederland zijn opgegroeid met een andere taal naast het Nederlands.
Een kind is meertalig als het afwisselend meer dan één taal weet te gebruiken. Wanneer een kind één taal beheerst, dus vloeiend spreekt én een andere taal alleen de passieve woordenschat machtig is, dan is het kind óók meertalig. Soms wordt er naast het Nederlands in de kinderopvang ook voor een deel van de tijd een andere taal gesproken. Dan is het beleid meertalig. Een kind kan ook een anderstalige achtergrond hebben. Dan kent het kind een andere taal dan de taal die op dat moment wordt gebruikt. Op de meeste kinderdagverblijven in Nederland wordt Nederlands gesproken. In een aantal kinderdagverblijven wordt ook een andere taal gesproken.

 

Er zijn twee verschillende soorten meertaligheid.

De simultane meertaligheid en sequentiële meertaligheid.
Bij simultane meertaligheid krijgt een kind vanaf de geboorte meerdere talen aangeboden. Wanneer een kind vanaf de geboorte één taal leert en het kind krijgt op latere leeftijd een tweede taal aangeboden dan spreekt men van sequentiële meertaligheid. 
Wanneer een kind zijn moedertaal beheerst en het Nederlands nog niet zo goed, dan hoeft dat geen probleem te zijn. Het is wel belangrijk dat ook deze kinderen wel in een taalrijke omgeving opgroeien. Eén taal goed kennen helpt bij het leren van andere talen.  Meertaligheid zelf is nooit de oorzaak voor een taalachterstand of een taalontwikkelingsstoornis (TOS), daar zijn altijd onderliggende redenen voor. Er zitten veel voordelen aan het leren van meerdere talen, vooral op een jonge leeftijd. Meestal gaat het leren van een nieuwe taal een stuk gemakkelijker wanneer een kind nog jong is. Dat komt vooral doordat er vooral spelenderwijs geleerd wordt. Ook zijn kinderen die meertalig opgroeien zich meer bewust van hoe talen in het algemeen in elkaar zitten, bijvoorbeeld doordat ze de verschillen in de zinsvolgorde in verschillende talen kunnen onderscheiden. Dit wordt ook wel het meta-talig bewustzijn genoemd. Het voordeel hiervan is dat dit het op latere leeftijd ook makkelijker maakt meer nieuwe talen te leren (toolbox- meertaligheid in de kinderopvang).

 

Communiceren met ouders in de kinderopvang

Voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang kan het best lastig zijn. Communiceren met ouders die de Nederlandse taal niet machtig zijn, valt niet altijd mee. Soms is het echt nodig om goed te vertalen. Dan is het goed dat de ouders een vriendin of een familielid mee nemen. Het is wel belangrijk dat beide partijen weten waar ze aan toe zijn. Pas wanneer er een basis van vertrouwen is, kan er een goede vertrouwens- relatie opgebouwd worden. Het belangrijkste voor de ontwikkeling en het welzijn van een kind, is om te zorgen dat het zich veilig voelt. Om een anderstalig kind zich veilig en welkom te laten voelen, kan het heel behulpzaam zijn om een paar woorden en zinnen te leren in de thuistaal van het kind. Als jij bijvoorbeeld “welkom”, “spelen”, “we gaan eten” en “naar de wc gaan” kan zeggen in de thuistaal van het kind, kan dit een kind op zijn gemak stellen. De woorden in de thuistaal kunnen dan ook weer gekoppeld worden aan de taal van de kinderopvang, zoals Nederlands. 


Hoe vergroot je de ouderbetrokkenheid van anderstalige ouders? 

De thuistaal is belangrijk, ook voor het leren van een nieuwe taal. Ouders kunnen deze het beste veel blijven gebruiken met hun kind. Ouders kunnen meerdere talen thuis gebruiken als ze deze willen leren aan het kind. Ze kunnen het beste een taal gebruiken met hun kind waarin ze zich goed uit kunnen drukken. Dit kan de taal van de kinderopvang zijn, maar dit hoeft niet, omdat andere mensen in de omgeving van het kind kunnen helpen met het leren van een taal.

 

Wanneer de ouders de taal van de kinderopvang niet (volledig) beheersen, dan kan je als pedagogisch medewerker materiaal en media meegeven aan ouders in de taal die ze op de kinderopvang gebruiken. Dat zijn bijvoorbeeld liedjes die op de kinderopvang  gezongen worden. De ouders kunnen ook een prentenboek thuis gebruiken dat ook op de kinderopvang gelezen wordt. Dan bouwt het kind met die plaatjes of dat verhaaltje dezelfde woordenschat op in beide talen. Maak gebruik van de digitale prentenboeken van Bereslim of maak gebruik van de Nik Nak boeken of Lappa Books.
De meeste kinderopvanglocaties werken met digitale nieuwsbrieven. In deze nieuwsbrieven kan je linkjes plaatsen van liedjes die op de groep worden gezongen. Linkjes naar websites met voorleesverhaaltjes is ook een mogelijkheid. Ouders kunnen ook in de klas uitgenodigd worden voor een voorleesmoment. Op deze manier zien zij het plezier van de kinderen en hoe leuk het kan zijn!
Wanneer er gewerkt wordt met boekenpret, dan kan bijvoorbeeld wat vaker een boek zonder tekst aangeboden worden. Bij tekstloze prentenboeken kan ieder zijn eigen verhaal vertellen. Daardoor zijn deze boeken zeer geschikt om te worden voorgelezen door ouders met een andere moedertaal dan het Nederlands. Op deze manier ontwikkelt het kind wel taalgevoel, wat weer van pas komt wanneer het kind Nederlands gaat leren. Wanneer ouders een prentenboek aan de hand van het verhaal hun eigen verhaal kunnen vertellen, dan kan elk prentenboek mee naar huis!

 

Toolbox - meertaligheid in de kinderopvang

Wil je graag meer informatie over meertaligheid in de kinderopvang? Lees dan de toolbox - meertaligheid in de kinderopvang! In deze toolbox over meertaligheid in de kinderopvang komen verschillende thema’s aan bod die relevant zijn voor pedagogisch medewerkers en gastouders die omgaan met jonge kinderen (0-4 jaar) die meerdere talen (gaan) verwerven. Misschien werk je op een meertalige kinderopvang, of heb je op je groep vaak te maken met meertalige of anderstalige kinderen. De toolbox geeft informatie en tips over meertaligheid op de kinderopvang. Ga naar de website van SLO om het document te kunnen downloaden.

 

Wist je dat anderstalige ouders ook terecht kunnen bij een taalhuis?

Bij een taalhuis krijgen de ouders informatie en advies over cursussen basisvaardigheden en na een intake kunnen zij doorverwezen worden naar een passend aanbod. Het (digi)taalhuis werkt daarbij samen met andere organisaties en taalaanbieders. Soms zijn er ook computers aanwezig om op te oefenen. Een Taalhuis bevindt zich vaak in een bibliotheek, maar er zijn ook Taalhuizen in ziekenhuizen.

Er worden intakes uitgevoerd door een taalconsulent of taalhuisvrijwilligers (vrijwilligers onder regie van een professionele taalconsulent). (Potentiële) vrijwilligers kunnen zich bij het (digi)taalhuis melden en informatie ophalen over (taal)vrijwilligerswerk. Het (digi)taalhuis organiseert en biedt trainingen en verbindt de vrijwilligers aan een deelnemer of aan een groepje deelnemers. Je kunt er ook advies krijgen over geschikt lesmateriaal voor je deelnemer(s) of tips over hoe je feedback kunt geven.  Klik hier voor meer informatie.

 

Worden er vluchtelingenkinderen bij jou opgevangen? Hoe zorg je dan voor een uitdagende, maar toch ontspannen opvangsituatie? Ook hier geldt dat kinderen zich emotioneel veilig moeten kunnen voelen bij jou en in de groep. Wanneer het kind een vorm van welbevinden ervaart, zal het openstaan voor nieuwe uitdagingen. Wil je hier graag meer over te weten komen? Meer informatie vind je op het Nederlands Jeugd Instituut.

Meertalige prentenboeken