Thema: Ik... en mijn lichaam
Thema: Ik... en mijn lichaam
- leuke prentenboeken
- liedjes over het lichaam om lekker mee te bewegen
- een verhaaltje van The Reading Corner
- een Bereslim verhaaltje
- en inspiratie voor op de groep!
Leuke prentenboeken over het thema: Ik... en mijn lichaam!
Karels grote boek over het lichaam
Liesbet Slegers - 2025

Kinderen leren een verhaal goed begrijpen wanneer het vier of vijf keer is voorgelezen. Jonge en minder taalvaardige kinderen reageren de eerste keer niet altijd op het verhaal. Pas bij een tweede of derde keer voorlezen gaan ze wat van het boek begrijpen. Dat is dus de kracht van herhaling!

Je wordt niet als lezer geboren...
Welk boek heb jij vandaag voorgelezen?
Ga voor gratis kleurplaten van Noortje naar de website van Annemarie van der Heijden:

Liedjes
Hoofd, schouder, knie en teen
Hoofd, schouder, knie en teen
Knie en teen
Hoofd, schouder, knie en teen
Knie en teen
Oren, ogen, puntje van je neus
Hoofd, schouder, knie en teen
Knie en teen
Dit zijn mijn wangetjes
Dit zijn mijn wangetjes
en dit is mijn kin.
Dit is mijn mondje,
met tandjes erin
Dit zijn mijn oren, mijn ogen, mijn haar
Nu nog mijn neusje
en dan ben ik klaar!
Met de vingertjes
Met de vingertjes, met de vingertjes
Met de platte, platte handjes
Met de vuistjes, met de vuistjes
Met de ellebogen, floep!
Versje: van kop tot teen
Ik kijk met mijn ogen
en luister met mijn oren.
Ik ruik met mijn neus
en ik proef met mijn mond.
Van kop tot teen
zoals mijn lijf is er maar één!
Deze vuist op deze vuist
Deze vuist op deze vuist
Deze vuist op deze vuist
Deze vuist op deze vuist
En zo klim ik naar boven
Klap eens in je handjes
Klap eens in je handjes, blij blij blij
Op je mooie bolletje, allebei
Handjes in de hoogte, handjes in je zij
Zo varen de scheepjes voorbij
Zo groot ben jij!
’t Schip moet zeilen
’t Schip moet zeilen, ’t scheepje ligt aan wal.
’t Schip moet zeilen, ’t scheepje ligt aan wal.
We zeilen ja, we zeilen ja, van één twee drie.
We zeilen ja, we zeilen ja, van één twee drie.
We zeilen ja, we zeilen ja, van één twee drie.
De kinderen staan tegenover elkaar in twee rijen. Wanneer we zingen: ‘we zeilen’ dan gaan de kinderen in beide rijen eerst naar rechts en dan naar links. Wanneer we zingen: ‘van één twee drie’ stampen de kinderen om de beurt en iedereen klapt in de handen.
Even stampen
Even stampen, even stampen
Even stampen jaja
Even klappen, even klappen
Even klappen jaja
Even springen, even springen
Even springen jaja
Even kijken, even kijken
Even kijken jaja
Even zwemmen, even zwemmen
Even zwemmen jaja
Even vliegen, even vliegen
Even vliegen jaja
Even draaien, even draaien
Even draaien jaja
Even zwaaien, even zwaaien
Even zwaaien jaja
Twee handjes op de tafel
Twee handjes op de tafel, twee handjes in je zij
Twee handjes op je schouders, op je hoofdje allebei
Nu maken wij twee vuistjes, zo stevig als het maar kan
Daar gaan we dan mee trommelen
Van je rommeldebommeldebom
De duimpjes zijn de dikste en de pinkjes zijn maar klein
Nu moeten onze handjes, vlug op het ruggetje zijn
Kindjes waar zijn jullie handjes gebleven?
Ik heb ze aan mijn ruggetje gegeven...
Van je één, twee, drie.... daar zijn ze weer!

Jan Huigen in de ton
Jan Huigen in de ton
met een hoepeltje erom
Jan Huigen, Jan Huigen
en de ton die viel in duigen
Klein Willemijntje
Klein Willemijntje zat achter het gordijntje
Wat deed ze daar? Ze kamde haar haar.
Ze poetste haar tandjes, ze waste haar handjes,
en toen was Willemijntje klaar.
Voetje, voetje, voetje
Voetje, voetje, voetje, wat ga je doen?
Voetje, voetje, voetje, in je mooie schoen?
Ik kan lopen, lopen, lopen, lopen op mijn voeten.
Ik kan stampen, stampen, stampen, stampen met mijn voeten.
Springen, springen, springen, springen op mijn voeten.
En.... Rennen, rennen, rennen, rennen op mijn voeten!
Rennen, rennen, rennen, rennen op mijn voeten...
‘k Heb een brilletje al voor mijn ogen
‘k Heb een brilletje al voor mijn ogen,
om te zien wie er dansen mogen.
‘k Heb een brilletje al voor mijn ogen,
‘k zie het al: ik dans met jou.

Tussen Keulen en Parijs
Tussen Keulen en Parijs
ligt de weg naar Rome.
Al wie met ons mee wil gaan,
die moet onze manieren verstaan.
Zo zijn onze manieren,
zo zijn onze manieren,
zo zijn onze manieren, manieren.
Zo zijn onze manieren.
In het midden van de kring staat een kindje. De andere kinderen lopen er omheen. Wanneer we zingen: ‘zo zijn onze manieren’ maakt het kindje middenin de kring een beweging. De andere kinderen gaan het nadoen.
The Reading Corner - Alles over jouw lichaam
Het kijken en luisteren naar verhalen in The Reading Corner kan een goede aanvulling zijn op het zelf voorlezen en ontdekken van een prentenboek.
Alles over jouw lichaam - Pauline Oud 4+
Hoofd, buik, benen, armen en handjes: samen ontdekken we het hele lichaam en hoe je er goed voor zorgt!
Bereslim - Dit ben ik
In de BereslimmeBoeken worden verhalen tot leven gebracht. De bewegende figuren, geluidseffecten en de vertelstem stimuleren de woordenschat en taalbegrip van kinderen. Alle kinderen kunnen aan de slag met Bereslim. Kinderen met een taalachterstand of anderstalige kinderen profiteren het meest van deze aanpak.
Het kijken van een BereslimBoek naast het papieren boek zorgt voor een verdubbeling in het aantal nieuwe woorden dat een kind leert.
Dit ben ik - Liesbet Slegers
Dit ben ik! Ik heb twee oogjes, een neus en een mond. Ik heb twee armpjes, twee benen en een buik. Elke dag doe ik mijn kleertjes aan. En speel ik met mijn vriendjes.
Als lid van de bibliotheek kan je gratis Bereslimme boeken afspelen.
Kleine kinderen leren het best op een speelse manier.
Inspiratie voor op de groep
- Een passpiegel in de ruimte.
- Zelf spiegels maken met aluminium folie (voorbeelden op Pinterest).
- In de spiegel kijken en lichaamsdelen aanwijzen/benoemen.
- Met een vergrootglas elkaars gezicht onderzoeken.
- Kringspel: spelen met een dobbelsteen waar afbeeldingen van lichaamsdelen op staan. Kunnen de kinderen het benoemen?
-
Je print een aantal afbeeldingen op A4 formaat en je lamineert deze. Op de afbeeldingen staan bijvoorbeeld:
- een kindje dat zit op de grond
- een kindje dat springt
- een kindje dat hurkt
- een kindje met de armen omhoog
- een kindje dat op één been staat etc.
Deze afbeeldingen hang je aan een lijn die je door de ruimte hangt. Eén voor één gaan de kinderen langs de afbeeldingen en doen de bewegingen na. Kunnen ze zelf ook vertellen wat er op de afbeelding staat voordat ze het gaan uitbeelden? - Een rol behang uitrollen en de kinderen omtrekken met stift en/of een collega! Wie is kleiner of groter?
- Spelletjes met de zintuigen: lekker fruit ruiken en proeven. Welk fruit zien de kinderen, kunnen ze het benoemen? Voelt het hard of zacht?
- Spelletjes met de zintuigen: horen... laat eens geluiden van allerlei dieren horen, of muziekinstrumenten etc.
- Een groeimeter ophangen.
- Kringspel: kinderen naast elkaar: wie is groter en wie is kleiner?
- Kringspel: de kinderen voelen geblinddoekt aan elkaar. Herkennen ze elkaar?
-
Hoepelspelletje: je legt een hoepel op de grond en je geeft een paar kinderen opdrachten, bv:
- ga op je buik liggen met de handen IN de hoepel
- ga op je rug liggen met je voeten IN de hoepel
- ga met één been NAAST de hoepel staan
- ga met je voeten OP de hoepel staan
- ga OP je billen zitten met je voeten IN de hoepel. 1, 2, 3 en nu de voeten OMHOOG
- sta met één been IN de hoepel en één been buiten de hoepel. 1, 2, 3 en nu de armen OMHOOG etc. - In de bouwhoek: kinderen omtrekken met grote en kleine blokken.
- Spelen met je stem! Gekke geluiden maken en laat de kinderen eens door bijvoorbeeld een koker praten.
- Nodig een yoga docent uit voor een les!
- Liedjes zingen, diverse prentenboeken voorlezen en kijk ook eens een voorleesfilmpje!
-
Spelletje: Maak van schilderstape een grote vierkant op de grond. De kinderen gaan om het vierkant heen staan.
De juf roept IN en de kinderen gaan dan in het vierkant staan. De juf roept UIT en de kinderen moeten weer uit het vierkant stappen. De juf roept RONDJE IN en de kinderen draaien een rondje in het vierkant. Eindeloos uit te breiden met een beetje fantasie.
Er kan ook een wedstrijdje van gemaakt worden met de oudere peuters. Degene die te laat in of uit stapt of het mis heeft, gaat niet meer mee doen. De laatste wint! -
Spelletje: De kinderen krijgen een stevig stokje met daarop een beker. Ze staan in de kring en gaan het bekertje op het stokje aan het kindje (op het stokje) naast hun overhandigen. Zonder de handen te gebruiken!
-
Geef de kinderen een vel karton. De kinderen hebben schoenen aan. De kinderen zetten op één vel de linkervoet en proberen het om te trekken met een duidelijke stift. Daarna de rechtervoet op een ander vel karton. Daarna proberen de kinderen het zelf te knippen. Geef ze daarna een strook papier en deze kan er overdwars op geplakt (geniet) worden. Ze hebben ze hun eigen schoenen gemaakt!
- Spelletje: De leidster neemt een grote, zachte bal en gaat ermee rollen. Het kindje moet de bal ontwijken. Naar links of rechts springen of het kindje staat op handen en voeten en de bal rolt eronder door.
- Kijk ook eens bij thema: Ik... ga sporten!
De basis voor lezen en leesplezier wordt al in de eerste levensjaren gelegd. Kinderen die van jongs af aan zijn voorgelezen, blijken gemotiveerd om te leren lezen. Ze zijn ook taalvaardiger, begrijpen teksten beter en hebben meer succes op school dan kinderen die thuis niet of heel weinig zijn voorgelezen. Daarom is aandacht voor boeken en voorlezen ook in de kinderopvang van groot belang (Stichting Lezen).